Archaeological Desk Study showing known contacts within the investigated area of the IJVWFZ
As-found cables and pipelines (both active and inactive) as result of the Geophysical site investigation

Het ondersteunen van de energietransitie met Geodata: onze bijdrage aan de realisatie van Nederlandse Windmolenparken op zee

Sinds vorig jaar is Periplus betrokken bij het beoordelen van de locatiegegevens die bedrijven nodig hebben om biedingen voor de tender van Wind Farm Zones (WFZ) in het Nederlandse deel van de Noordzee voor te bereiden. Dit proces wordt 'site characterisation' genoemd en bestaat uit geotechnische en geofysische onderzoeken en onderzoeken naar de bodem, obstakels, wind en water. Ontwikkelaars hebben deze informatie nodig om hun tender te ondersteunen. Ook dient deze informatie om een conceptontwerp uit te werken, die dient als basis voor het financiële model. Hoe minder gegevens beschikbaar zijn, hoe hoger de onzekerheid en daardoor het risico. Dit kan de bereidheid van ontwikkelaars om biedingen te doen en/of de prijs waarvoor ze bieden beïnvloeden.

Een integraal onderdeel van de site characterisation is het geofysische onderzoek. Dit onderzoek draagt bij aan het begrip van de bathymetrie, morfologie en geologie van een Windmolenpark. Het onderzoek biedt inzicht in zeebodemkenmerken zoals zeebodemmaterialen, rotsblokken, depressies, wrakken, puin, pijpleidingen en kabels. Deze informatie is essentieel voor de archeologische beoordeling, het grondmodel en het morfologisch onderzoek.

Periplus is gecontracteerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) om het archeologisch bureauonderzoek en de archeologische beoordeling van het geofysisch onderzoek uit te voeren. Daarnaast leveren wij als onderdeel van het GIS-experteam van de RVO aanvullende GIS-diensten. Het GIS-team helpt bij het definiëren van de volledige en juiste grenzen en coördinaten die essentieel zijn voor de juiste bouw en succesvolle exploitatie van het offshore windpark.

Een archeologisch bureauonderzoek bepaalt of archeologische overblijfselen worden verwacht in het windpark en, zo ja, of ze worden beïnvloed door de ontwikkeling van de geplande windmolens. Het archeologische bureauonderzoek en archeologische beoordeling van de geofysische gegevens resulteerden in een lijst met coördinaten van mogelijke archeologische objecten en van mogelijke ijzerhoudende objecten (magnetische anomalieën >50 nano Tesla). Rondom deze objecten wordt een veiligheidszone van 100 meter gehanteerd om ervoor te zorgen dat de objecten worden vermeden bij het ontwerpen van de locaties van de windmolens. De locaties van deze te vermijden objecten en de 100-meter zone rondom deze objecten worden gedeeld in een zogenaamd "memo coordinates and boundaries".

Naast de locaties met mogelijke archeologische waarden, onthult het geofysische onderzoek de locatie van bestaande zeebodeminfrastructuur zoals kabels en pijpleidingen. Deze objecten worden "as-found cables and pipelines" genoemd. Vanwege weersomstandigheden en zeestromingen kunnen kabels en pijpleidingen geleidelijk horizontaal en/of verticaal op de zeebodem verschuiven of bedekt worden met zand. Daarom zijn de as-laid locaties van deze kabels en pijpleidingen meestal niet dezelfde als de as-found locaties van kabels en pijpleidingen. De as-found locaties van kabels en pijpleidingen bepalen op hun beurt de onderhoudszones van de bestaande zeebodeminfrastructuur. Tijdens het ontwerp van een offshore windmolenpark moeten de windturbinegeneratoren (WTG's) zo worden geplaatst en geconstrueerd dat de punt van de rotorbladen binnen de grenzen van het windmolenpark vallen, maar buiten de onderhoudszones.

Een integraal onderdeel van een offshore windmolenpark is de verbinding met het land. In Nederland is de netbeheerder TenneT verantwoordelijk voor het verbinden van het windmolenpark met het land. Dit bestaat uit offshore sub-stations (stekkerdozen) en de exportkabels die het windmolenpark verbinden met de wal. Een cable entry zone (de zones waarbinnen de kabels verbonden moeten worden met het offshore sub-station) is gedefinieerd en omschreven om voldoende ruimte te bieden voor het aansluiten van de exportkabels op het platform, maar ook voor het verbinden van de zogenaamde Inter-Array Cables (IAC) van de windmolens met het platform.

Bij de start van het Offshore Wind-programma in 2013 heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ingezien dat de centralisatie van inspanningen voor gegevensverzameling door een overheidsinstantie de processnelheid zou verhogen, de kwaliteit van de gegevens die in biedingen worden overwogen zou garanderen en meer potentiële bieders zou aantrekken door het risico te verminderen en de aanvankelijke investeringskosten te verlagen. Mede dankzij deze inspanningen heeft Nederland de ambities om meer dan 4,5 GW aan offshore windenergie voor 2023 op tijd, binnen het budget en vrijwel zonder subsidie bereikt. De offshore windmolenparken voorzien in 15,8% van de huidige elektriciteitsvoorziening voor bedrijven en huishoudens. Dat is meer dan we 10 jaar geleden in het Nederlandse Energieakkoord hebben afgesproken. Dat is een geweldige prestatie.

Bij Periplus zijn we verheugd een rol te spelen in de ondersteuning van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland bij de ontwikkeling van de Nederlandse Windmolenparkzones, waaronder de IJmuiden Ver Windmolenparkzone (IJVWFZ), gelegen op 62 kilometer voor de kust van Nederland. Dit ambitieuze project heeft tot doel in totaal 6000 MW aan schone energieopwekking onder te brengen, wat een belangrijke stap is naar een duurzame toekomst. Het IJmuiden Ver-project is een belangrijke mijlpaal in het nationale doel om 2030 21 GW aan offshore windenergie te hebben gerealiseerd. Bij Periplus kijken we ernaar uit om de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland te ondersteunen met onze expertise en software om geverifieerde en nauwkeurige gegevens te leveren die essentieel zijn voor het vergunningstenderproces.

Periplus kijkt ernaar uit om een positieve impact te hebben op deze en toekomstige windmolenparkzones op zee!

 Terug